![]() | ![]() |
![]() |
Psalm 8 Voor de vertalers van NBG vertaling stond in deze Psalm de mens centraal, want zij zetten boven deze Psalm: De mens, de kroon der schepping Gods. Inderdaad gaat het in de binnenste kern van deze Psalm – vers 5 en 6 – over de aandacht en de belangrijke plek die de mens van God krijgt temidden van de schepping. De Psalm wordt echter als het ware omringd door de zin „JaHUaH, onze Heer, hoe majestueus is Uw Naam op heel de aarde!”. De vertalers van de Herziene Statenvertaling zien deze Psalm dan ook als primair beschrijvend over God Zelf, zij gebruikten als titel: De majesteit van de HEERE. Iets dergelijks zien we bij Peter Oussoren, de vertaler van de Naardense vertaling, die boven deze Psalm zet: Domine, Dominus noster - Heer, onze Heer - de eerste woorden van de Latijnse Vulgaat vertaling van deze Psalm. Beide gaan echter in feite voorbij aan het eerste en allerbelangrijkste Woord. Het eerste Woord van de eigenlijke Psalm geeft aan over Wie David het hier heeft en Wie hier centraal staat; dat is namelijk de heerlijke Naam van de God van Isra’el: JaHUaH. David beschrijft die heerlijke Naam als addir - groots, majestueus, heerlijk, machtig. En hij voegt eraan toe: over heel de aarde. Dat is kenmerkend voor het geloof van David. Hij geloofde dat Gods heerlijke Naam JaHUaH, dat is: Zijn glorierijke en actieve, leven gevende aanwezigheid, majestueus, machtig en heerlijk was en is over heel de aarde. Niet slechts voor de gelovige Israëlieten of Joden, maar over héél de aarde, voor alle volken, en zelfs over alle onbewoonde gebieden. God JaHUaH is overal de grote, heerlijke Actief Aanwezige! Overal is Hij Degene Die léven geeft! In vers 3 vestigt David er de aandacht op dat God JaHUaH zelfs
wat wij als zwak zien kan gebruiken om Zijn kracht te laten zien. Mooi vind
ik het Hebreeuwse werkwoord dat vertaald is met ophouden; dat is namelijk
het werkwoord shabat. Hij laat die vijand en wraakzuchtige shabat
vieren. Ziet u ze al, al hun werkzaamheden neerleggen, de torah bestuderen,
vrolijk genieten van gemeenschap met anderen en helemaal tot rust komen?
Ik mooet eraan denken hoe ik grote, stoere kerels vertederd heb zien worden
en al hun bravour vergeten, enkel bij het zien of horen van hun eerste baby,
kort na de geboorte. En eveneens spreekt het uitgestrekte firmament heel duidelijk van Gods grootheid. Wanneer we bijvoorbeeld bedenken hoe groot en heet onze zon is, en dat er sterren zijn waarbij vergeleken die maar een stipje is... Mijn verstand staat stil en ik aanbid... Helemaal, wanneer ik er dan bij stilsta dat de God Die dát allemaal zo zijn plaats gegeven heeft, Zich zó liefdevol en teder met mij, met ons mensen bezig houdt... Zoals gezegd vormen vers 5 en 6 de binnenste kern van de Psalm.
Wat opvalt in vers 5 is het woord gedenken. Vaak roept God Zijn mensen op om
te gedenken – Hebreeuws: זכר - zakhar
– wat ze met Hem beleefd hebben. Hier ziet de Psalmist hoe God, omgekeerd,
ons mensen gedenkt. Is dat niet mind-blowing? Hij vraagt zich dan ook af welke
basis God heeft om dat te doen. Ik kom daar zó op terug. Nu eerst even dít:
In de Hebreeuwse stijlvorm van de parallel gebruikt hij in het tweede
deel van dit vers het Hebreeuwse woord תִפְקְדֶֽנּוּ
- tipqedennu - een verbuiging van de
werkwoordsstam פקד - paqad, hier
vertaald met aandacht geven. Ik wijdde al eens een uitgebreide bespreking
aan de oorspronkelijke betekenis van elk van deze twee werkwoordsstammen.2
De gebruikte parallel geeft ook aan dat deze woorden overeenkomsten hebben.
Die overeenkomsten hebben mij doen besluiten, paqad hier te vertalen
met aandacht geven. De volgende verzen geven aan hóé Hij dat doet;
hoe Hij dat invult. In vers 8 komen we de behemót – hier vertaald met wilde dieren – tegen. Uit de beschrijving in Job 40: 15-24 bljkt dat het ook over een dinosaurus kan gaan (een staart als een ceder en opgewassen zijn tegen een bruisende rivier kan niet van veel dieren worden gezegd). De toevoeging sadai - een oude, poëtische vorm van sadah - van het veld, zou in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst waarin geen onderscheid tussen de shin en de sín was te zien, zoals deze tekst ooit was, wellicht ook gelezen kunnen worden als shaddai, zodat we het tweede deel van vers 8 dan zouden kunnen lezen als: en zelfs de geweldige dinosaurus!3 De vissen van de zee en alle dieren die de paden van de zeeën doorkruisen, geven ook iets van de grootsheid weer, want wie kan als eenvoudig mens de vissen, schildpadden en wat dies meer zij, volgen op hun tochten over de oceanen? Of de vogels op hun grote trektochten, elk jaar opnieuw? En toch, zelfs waar wij hen niet kunnen volgen (of hooguit met zeer geavanceerde technologie, en zelfs dan nog beperkt), God JaHUaH is daar – overal! Laten we in verwondering en aanbidding opzien naar deze Grote Aanwezige! Hallelu JaHUaH ! Noten
Ik vind het mooi dat God me bij deze Psalm bepaalde, juist nu ik door een enkel-blessure even aan huis gekluisterd ben. Ik had met het mooie weer van deze weken graag wandelingen of fietstochten gemaakt. In die zin ben ik op een andere plaats dan waar ik wezen wilde. Maar ook daar is JaHUaH met Zijn goedertierenheid, en leert Hij mij nog meer te genieten van Hem en van de vogels en bloemen in m’n eigen tuin en van de mensen die voor me bidden, zo nu en dan op bezoek komen of even bellen, of me in hun auto naar de kerk of naar de fysiotherapeut rijden. Zoals ik al schreef: Gods kracht laat Zich zien in onze zwakheid. Reacties
|
![]() | ![]() Bedankt voor uw belangstelling! | ![]() |
![]() |