Psalm 64
bij JaHUaH is het veilig schuilen in verdrukking!

André H. Roosma
15 december 2024

Psalm 64 is een bijzonder lied-op-muziek. Het is duidelijk vanuit de nood geschreven (net als 86, 42 en 43 die ik eerder weergaf). Het geeft hoop én het is reël. Het is ook voor ons een duidelijk voorbeeld van wat we in een situatie mogen doen waarin we ons onder druk gezet voelen.

Hieronder de rijke tekst van deze mooie Psalm; zowel het Hebreeuwse origi­neel, als een nauwkeurige Nederlandse vertaling.

 1 Voor de koorleider. Een lied op muziek, van David.לַמְנַצֵּ֗חַ מִזְמ֥וֹר לְדָוִֽד׃
 2 Hoor, o God, mijn stem in mijn klagen, behoed mijn leven voor de verschrikking van de vijand,שְׁמַע־אֱלֹהִ֣ים קוֹלִ֣י בְשִׂיחִ֑י מִפַּ֥חַד א֝וֹיֵ֗ב תִּצֹּ֥ר חַיָּֽי׃
 3 verberg mij voor de samenzwering van de boosdoeners, voor het complot van hen die ongerechtigheid bedrijven,תַּ֭סְתִּירֵנִי מִסּ֣וֹד מְרֵעִ֑ים מֵ֝רִגְשַׁ֗ת פֹּ֣עֲלֵי אָֽוֶן׃
 4 die hun tong wetten als een zwaard, die hun pijl aanleggen - een bitter woord -אֲשֶׁ֤ר שָׁנְנ֣וּ כַחֶ֣רֶב לְשׁוֹנָ֑ם דָּרְכ֥וּ חִ֝צָּ֗ם דָּבָ֥ר מָֽר׃
 5 om in het verborgene op de onschuldige te schieten, plotseling schieten zij op hem, en ze zijn niet bang.לִיר֣וֹת בַּמִּסְתָּרִ֣ים תָּ֑ם פִּתְאֹ֥ם יֹ֝רֻ֗הוּ וְלֹ֣א יִירָֽאוּ׃
 6 Zij maken zich sterk voor een slechte zaak, zij spreken af om valstrikken te verbergen, zij zeggen: „wie zal ze zien?” יְחַזְּקוּ־לָ֨מוֹ ׀ דָּ֘בָ֤ר רָ֗ע יְֽ֭סַפְּרוּ לִטְמ֣וֹן מוֹקְשִׁ֑ים אָ֝מְר֗וּ מִ֣י יִרְאֶה־לָּֽמוֹ׃
 7 Zij zinnen op onrecht: „wij zijn gereed, het plan is goed bedacht.” Ja, ieders binnenste en hart is ondoorgrondelijk.1יַֽחְפְּֽשׂוּ־עוֹלֹ֗ת תַּ֭מְנוּ חֵ֣פֶשׂ מְחֻפָּ֑שׂ וְקֶ֥רֶב אִ֝֗ישׁ וְלֵ֣ב עָמֹֽק׃
 
 8 Maar plotseling treft God hen met een pijl, daar gebeuren hun wonden.וַיֹּרֵ֗ם אֱלֹ֫הִ֥ים חֵ֥ץ פִּתְא֑וֹם הָ֝י֗וּ מַכּוֹתָֽם׃
 9 Hun tong doet hen over zichzelf struikelen, al wie het ziet, zal wegvluchten.וַיַּכְשִׁיל֣וּהוּ עָלֵ֣ימוֹ לְשׁוֹנָ֑ם יִ֝תְנֹדֲד֗וּ כָּל־רֹ֥אֵה בָֽם׃
10 Dan vrezen alle mensen en verkondigen Gods werk, en slaan acht op Zijn daden.וַיִּֽירְא֗וּ כָּל־אָ֫דָ֥ם וַ֭יַּגִּידוּ פֹּ֥עַל אֱלֹהִ֗ים וּֽמַעֲשֵׂ֥הוּ הִשְׂכִּֽילוּ׃
11 De rechtvaardige zal zich in JaHUaH2 verheugen en bij Hem schuilen, alle oprechten van hart zullen zich beroemen.יִשְׂמַ֬ח צַדִּ֣יק בַּ֭יהוָה וְחָ֣סָה ב֑וֹ וְ֝יִתְהַֽלְל֗וּ כָּל־יִשְׁרֵי־לֵֽב׃
 

Psalm 64

Dit lied-op-muziek laat zich indelen in drie gedeelten:

  • vers 1-7: de nood;
  • vers 8-10: het perspectief vanuit God; en
  • het laatste vers, met daarin de hoofdboodschap voor de lezer.

Ik vind dit een bijzonder lied-op-muziek (psalm). De hoofdboodschap in het laatste vers is heel mooi en hoopvol: er is uiteindelijk vreugde en een schuilplaats bij God, JaHUaH. Maar David is reëel: hij gaat niet voorbij aan de strijd en onveiligheid die hij intussen ook wél ervaart. In vers 2 en 3 geeft hij weer gelijk aan in wat voor omstandigheden hij verkeert: verschrikking van een vijand, samen­zweringen en complotten van kwaadwillige mensen. Dan ga je je alleen en onveilig voelen. Hij vraagt God dan ook eerst, naar hem te luisteren, hem te behoeden en hem te verbergen tegen die vijanden. In de volgende verzen (t/m vers 7) detailleert hij nog wat verder, wat die kwaadwilligen doen. Dat is zeer afschuwelijk!

Vanaf vers 8 ziet hij dat God het voor hem op zal nemen. Zoals die kwaadwilligen hem ineens wilden overvallen met aanvallende woorden als giftige pijlen, zo zal God ook hén plotseling treffen met Zijn pijl. Ze waanden zich dan misschien wel veilig, maar door hun gedrag zijn ze het niet. God heeft gezien wat ze dachten en deden. Een mooi detail: In het tweede deel van vers 8 staat in het Hebreeuws letterlijk dat hun wonden gebeuren; dat is kenmerkend voor Gods handelen: er gebeurt iets. Dat is al vanaf het eerste begin zo (Genesis 1): God sprak en het gebeurde zoals Hij gesproken had. Daarom heb ik dat hier ook maar letterlijk zo vertaald.

En zoals de Bijbel vaker aangeeft: mensen doen dingen zichzelf aan, mede door hun eigen woorden. Zo ook hier (vers 9): Hun tong doet hen over zichzelf struikelen. Het is om angstig van te worden - ja, wie het zien vluchten weg!
Het gevolg is dat mensen ontzag krijgen voor God, het verhaal over wat Hij doet gaat rond, en steeds meer mensen krijgen oog voor wat God doet.

Dan dat laatste vers. Tot nu toe vinden we in deze psalm de heerlijke Naam nog niet - David voelde zich blijkbaar nog niet héél intiem met Hem verbonden. Hij voelde zich niet veilig. Maar nu hij erbij stilstaat hoe groot zijn God is, nu weet hij het weer: JaHUaH, zijn God, is goed. Hij IS ER, HIJ is bij hem, en Hij komt op voor de Zijnen. Bij Hem kun je schuilen. Bij Hem is er vreugde. In Hem kun je je verheugen.

Hallelu JaHUaH !


Noten

1 Dit vers is heel moeilijk te vertalen. Kijk maar naar hoe verschillend de verschillende vertalingen hier zijn. Na lang puzzelen kwam ik uit op een vertaling die veel lijkt op die van de NBG 1951.
2 De glorierijke Naam van God geef ik hier zo goed mogelijk weer vanuit het oudste Hebreeuwse origineel.
Voor meer achtergrond informatie over deze glorierijke Naam van God, JaHUaH, zie:
André H. Roosma, ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal.pdf document, uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.), juli 2009.

Een vertaling die wel leuk is om ernaast te lezen, is de vertaling door Dr.I.G.M. Gerhardt, Dr.M.H. van der Zeyde en Dr.J.T. Nelis, zoals opgenomen in de Willibrord vertaling van de Bijbel in de uitgave van 1978. Minder letterlijk, wel de sfeer goed weergevend. Jammer van het totaal weglaten van Gods heerlijke Naam in vers 11:

Vrees niet: want God grijpt in

 2 Hoor, God, mijn kreet in nood!
 Houd Gij voor ’s vijands dreiging
 mijn leven toch bewaard.
 3 Behoed mij voor de plannen
 van wie hun kwaad beramen,
 het wroeten van hun arglist.
 4 Hoe vlijmend scherp hun tong!
 zij richten als een pijl
 het woord dat wonden slaat,
 5 om uit hun hinderlaag
 wie argeloos is te treffen:
 snel raak! zij weifelen nooit.
 6 De kwade zaak doorzetten,
 valstrikken aan de hand doen,
 fluisterend: ‘dàt ziet geen sterveling.’
 7 Zó list na list uitdenken,
 bedekken wat bedacht is:
 o mensenhart, hoe peilloos
 zijn uw verborgen gronden!
 8 Tot God hen treft. – Eén boogschot,
 één flits, zij zijn verslagen.
 9 Zo heeft hun schandelijk woord
 hun val teweeg gebracht.
 Het hoofd schudt wie hen aanziet.
10 En ieder, in ontzag,
 vertelt hoe God hier ingreep,
 beseft dat dit zìjn werk is.
 
11 Hij die rechtvaardig leeft
 vindt zijn geluk in God,
 weet zich bij Hèm geborgen:
 hun vreugde mogen vieren
 alwie oprecht van hart zijn.

Reacties

naam: *
e-mail: * (wordt niet openbaar gemaakt)
website: (optioneel)
reactie:
Ik wil graag dat mijn reactie hier wel / niet opgenomen wordt.
* = verplicht veld


 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
  

Bedankt voor uw belangstelling!

©  copyright: André H. Roosma  , Accede!, Soest, 2024; alle rechten voorbehouden.