Namen in de Bijbel (9) De נֹצְרִים - Notsrim /
نَصارى -
Natsārā
André H. Roosma 8 augustus 2014
Deze aflevering gaat in op de actualiteit. Een extreme islamitische
groep vervolgt christenen en kalkt een grote Arabische letter nun
ن op hun huizen als teken dat de bewoners
soort van vogelvrij zijn...
נֹצְרִים
– Notsrim
Die ن - nun is de eerste letter
van het Arabische woord نَصارى - Natsārā.
In de islamitische wereld is dat een aanduiding voor christenen
(het is het meervoud van نصراني - Natsrani -
Nazarener). In Handelingen 24:5 lezen we dat christenen in de eerste
eeuwen al werden aangeduid als sekte van de Ναζωραιων -
Nazoraion [G3480]
oftewel Nazarenen. Beide worden meestal geïnterpreteerd als
refererend aan de stad Nazaret (Ναζαρετ of Ναζαρεθ [G3478]), waar Jeshu‘āh (Jezus) enige tijd gewoond heeft (Mat. 2: 23). De Hebreeuwse naam van deze stad was נָצְרַת
- Nātserat. Maar daarmee is bepaald niet alles gezegd!
Ja, Jeshu‘āh Zelf werd al
wel Jezus van Nazaret, of kortweg: Nazarener genoemd (vgl. Mat. 2: 23), en Zijn volgelingen werden ook in het Hebreeuws
wel aangeduid als נֹצְרִים -
Notserim, in
onze vertalingen overgezet als nazareners (SV) of nazoreërs (NBG, NBV).1 Dit woord is echter, behalve
met de stad Nazaret, in verband te brengen met twee varianten van de
Hebreeuwse stam נצר, te weten: נָצַר - nātsar [H5341] - bewaken, de wacht
houden over, en נֵצֶר - nētser [H5342] - scheut, loot, nakomeling.
Met dat laatste zijn we weer helemaal terug bij de oude West-Semitische
variant van die letter nun uit de tijd van Mosheh (Mozes): , als een afbeelding van een ontkiemend zaadje en vaak staand
voor nakomeling: zoon of dochter dus, of voor nieuw leven.2 Notsrim of het Arabische equivalent Natsārā
is daarvan de meervoudsvorm: nakomelingen, nieuwe levens.
Het mooie is dat we beide woorden in profetieën in het Eerste
Testament al tegenkomen. In Jesha-jahu (Jesaja) 11: 1 wordt naar Jeshu‘āh (Jezus) vooruitgewezen als נֵצֶר - nētser - Scheut,
voortkomend uit de wortels van Ishai. En in Jesha-jahu 60: 21 worden de
volgelingen van Jeshu‘āh in
de door God vernieuwde wereldorde ook aangeduid met dit woord
nētser - scheut, loot, nakomeling.
Het woord נֹצְרִים -
Notsrim als afgeleid van נָצַר - nātsar komen we
tegen in Jirme-jahu (Jeremia) 31: 6, vertaald als hoeders of wachters. Het zijn daar
wachters op de bergen van ’Ephraïm – in het
noordelijke tien-stammen-rijk dus – die oproepen om gezamenlijk
naar Tsion, naar JaHUaH te gaan.
Laten we ook eens kijken naar de oude schrijfwijze2 van deze oude
woordstam נצר - ن ص ر - N-Ts-R: . Het eerste teken, de - nun is een ontkiemend zaadje, en staat
ook voor nakomeling, nieuw leven, voortkomen uit of
lijken op. Het tweede teken - de tsad is een graan- of
rietstengel (staat soms breder voor een willekeurige
plant), en wegens diens groeiwijze: onverdeeld en rechtop (oprecht), ook voor rechtvaardig(e) en wegens
de wijze waarop graan gedorst werd en het water uit papyrus geperst werd, ook
voor uitgeperst of verdrukt worden. Het laatste karakter is de - raisu of resh en staat voor de hogere Ander, meestal: God. Het woord dat
hier staat, kunnen we zodoende op verschillende manieren
interpreteren: (1) ( ) de Scheut van ( ) de rechtvaardige ( ) God; (2) ( ) voortkomend uit ( ) de Rechtvaardige (van) ( ) God; (3) ( ) voortkomend uit ( ) - tsur - de Rots (Jeshu‘ah); en (4) ( ) voortkomend uit ( ) - tsar -
verdrukking. En elk van deze is van toepassing, zoals we zien!
Jeshu‘ah was en is DE Scheut, de Zoon
van de rechtvaardige God, en ook Zelf de Rechtvaardige (van) God en de Rots,
en alle christenen komen uit Hem voort – zijn door Hem zonen en
dochters van de levende God! En, ja, helaas: in deze wereld ervaren
christenen verdrukking zoals we dagelijks in het nieuws zien of horen!
Wat dat laatste betreft roep ik u op: Laten we, nu we zien dat onze
broeders en zusters zo verdrukt worden, voortdurend naast hen staan in
gebed en met materiële hulp! En elkaar en heel de mensheid –
overeenkomstig bovengenoemde teksten – des te vuriger oproepen om
ons naar JaHUaH te keren! (Zie ook deze gebedsoproep.)
Overigens ben ik benieuwd of die extremistische islamieten in de
gaten hebben dat ze met hun ن - nun
de christenen in feite zo’n waardige eretitel geven...
Hallelu JaH !
Noten
1 |
De Engelse wikipedia pagina over Nazaret als plaats in Noord-Israel, zegt
ook een en ander over wat vroege geschiedschrijvers en ooggetuigen (Eusebius,
Tertullianus) in de eerste eeuwen van onze jaartelling schreven over
christenen als Nazarenen.
De Kanttekeningen bij de Staten-Vertaling verwijzen bij Mat. 2: 23 over
de naam Nazarener naar: Richt. 13: 5, 7, waar over Simson als een
voorbeeld van Christus gezegd wordt: “Hij zal een
nazireër, dat is verloofde Gods, zijn; of, hetwelk het
waarschijnlijkst is, Jes. 11: 1, en Jes. 60: 21, waar Christus netzer,
dat is, een spruit genaamd wordt, van welk woord de stad Nazareth haar naam
heeft. God heeft gewild dat Christus, bij gelegenheid van deze zijn
woonplaats Nazarenus zou genaamd worden, als een spruit, die uit zijn plaats
voor zijn Vader opwast, Jes. 53: 2; Jer. 23: 5, en Jes. 33: 15; Zach. 6:
12.”
Ik merk hierbij op dat de naam Nazireër zoals Simson was,
een vertaling is van het Hebreeuwse woord nāzir [H5139] - toegewijd aan God,
afgeleid van van nazar [H5144] - (zich) toewijden, apart zetten. Hoewel er zeker
een belangrijke intuïtieve connotatie ligt, lijkt er etymologisch/
taalkundig geen verband te zijn tussen dit woord nāzir
en het woord notsrim/natsara waar we hier naar keken.
Verder zij opgemerkt dat de naam van de stad Nazaret waarschijnlijk
afgeleid is van nātsar - de stad zal gegroeid zijn uit een
noordelijke wachtpost. Voor een uitgebreidere discussie hierover, zie
de Engelse wikipedia pagina over Nazaret. |
2 |
Veel achtergronden en uitleg over het hier bedoelde
vroeg-Bijbelse schrift in: André H. Roosma, ‘De geschreven taal van Abraham, Mozes en
David – Pictografische wortels en basisnoties in de structuur
van het vroeg-Bijbelse schrift’ , Hallelu-JaH! werkdocument, januari 2011. |
De Engelse Wikipedia heeft ook een mooie,
uitgebreide pagina over de Nazareners.
Om verschillende redenen worden christenen tegenwoordig
in grote delen van de Arabische wereld, vooral door henzelf, meestal مسيحي - Masichi
genoemd (verwant aan het Hebreeuwse Mashiach - Messias - Gezalfde).
Vorige artikelen in deze serie ‘Namen in de Bijbel’: ‘(1) Inleiding’; ‘(2) Enkele belangrijke vrouwen: חוה, שׂרה, הגר’; ‘(3) Meer belangrijke vrouwen: חַנָּה, מִריָם, רוּת, אֶסתֵּר’; ‘(4) Nog enkele opmerkelijke vrouwen: תָּמָר,
רָחַב,
בַּת־שֶׁבַע’; ‘(5) Namen die verwijzen naar de Godsnaam JaHU’; ‘(6) Enkele mannen: יַעֲקֹב,
עֵשָׂו,
לֵוִי,
מָרדְּכַי’; ‘(7) Nog enkele mannen: נִמרוֹד, מוֹאָב, חַגַּי’; ‘(8) Een heel bijzondere man: יְהוּדָה -
Jehudāh’.
Volgende artikel in deze serie ‘Namen in de Bijbel’: ‘(10) De שֹֽׁמְרִים
- Shomrim / Σαμαριται /
Samaritanen’; ‘(11) Waarom het rabbijnse jodendom DE NAAM
niet wil noemen’; ‘(12) De פְּרוּשִׁים - Perushim / φαρισαιοι /
Farizeeën’.
|