Hallelu-JaH - alle eer aan JaHUaH
  

Namen in de Bijbel (3)
Meer belangrijke vrouwen: חַנָּה, מִריָם, רוּת, אֶסתֵּר

André H. Roosma
22 juli 2014

Na de inleiding over namen in de Bijbel en een korte belichting van de namen van enkele belangrijke vrou­wen hier wat licht op de namen van nog meer belangrijke vrouwen in de Bijbel.

חַנָּה - Channāh (Hanna)

Een vrouw met een snel herkenbare naam was חַנָּה - Channāh [H2584], bij ons vaak Hanna of Hannah genoemd (zie 1 Sam. 1). In haar naam herkennen we het woord חנ - chen - genade, met daarachter de ה - oorspronkelijk: ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën - āh van vreugdevolle aan­bidding! Inderdaad, God was haar genadig: Hij schonk haar een zoon en in aanbid­ding schonk ze hem terug aan God, om in de tempel Hem te dienen. Weldra groeide deze zoon uit tot een belangrijk profeet in Isra’el: Shemu’el beter bekend als Samuël, die lijfe­lijk het volk Isra’el opriep om God JaHUaH alleen te aanbidden. Daarmee kunnen we nog meer in de oude schrijfwijze1 van Channah’s naam zien: chet: tent-kleed, vlees nun: ontkiemend zaadje; nakomeling ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën - het vlees (chet: tent-kleed, vlees; lichaam) van haar nageslacht (nun: ontkiemend zaadje; nakomeling) zou aanbidden en oproepen tot aanbid­ding (ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën)!2

מִריָם - Mirjām / ΜΑΡΙΑΜ - Mariam

Dan zijn er twee vrouwen waarvan er één in het Hebreeuws van de Masoretische tekst מִריָם - Mirjām [H4813] heette en de zus was van Mosheh en ’Aharon (Exodus 2, 15), en de ander in het Grieks van het Nieuwe Testament ΜΑΡΙΑΜ - Mariam [G3137], bij ons beter bekend als Maria. Algemeen wordt aangenomen dat dit oorspronkelijk om een en dezelfde naam gaat. Door het rabbijnse jodendom wordt deze naam tradi­tioneel uitgelegd als ‘bitter’ of ‘rebellie’, vanuit gelijkenis met het werkwoord meri - rebelleren; of het woord mārāh - bitter, weerspannig. Dit heeft mij altijd heel erg bevreemd, omdat deze twee vrouwen beide zo’n cruciale rol gespeeld hebben in Gods heilsgeschiedenis.
Wat betreft de reconstructie van de oude schrijfwijze van deze naam hebben we hier een voordeeltje. Aangezien ook de Griekse letters van het oude Semitische schrift afstammen, kunnen we ook de Griekse naam herleiden tot een oude Semi­tische vorm. Zodoende reconstrueer ik deze oude vorm: mu: water, overvloed ’alp: ossekop (oer-os) raisu: gezicht van opzij jad: arm met open hand, zijtak ’alp: ossekop (oer-os) mu: water, overvloed (de eerste ’alp: ossekop (oer-os) - ’aleph is heel klein gezet omdat die onzeker is). Hier lees ik: (mu: water, overvloed) de overvloed van (’alp: ossekop (oer-os) - de prominente) (raisu: gezicht van opzij) God (jad: arm met open hand, zijtak) gaf (’alp: ossekop (oer-os) mu: water, overvloed) een moeder.3 Inderdaad: de eerste מִריָם werd door God gebruikt om te voorzien in de moeder van Mosheh om hem de eer­ste jaren te zogen en te verzorgen, en die andere ΜΑΡΙΑΜ werd de lijfelijke moeder, bevrucht door God Zelf, uit wie Jeshu‘ah (Jezus) werd geboren.
Kon van de eerste nog gezegd worden dat zij een keer rebels was (Numeri 12), wat betreft de tweede is er in de Bijbel geen enkele reden te vinden, haar met rebellie te verbin­den... De uitleg vanuit de oude symbolen biedt hier dus een beter inzicht dan die vanuit de rabbijns-joodse interpretatie... (Wel is het theoretisch voorstelbaar dat men in de latere geschiedenis van Israel een woord voor rebellie zocht, en toen aansloot op de rebellie van de eerste מִריָם. Dit is eventueel te verifiëren door te kijken naar de etymologie van parallelle woorden inandere Semitische talen, maar dat voert hier te ver.)

רוּת - Rut

Een opmerkelijke Moabitische vrouw die voorkomt in de genealogie van Jeshu‘ah (Jezus) is natuurlijk רוּת - Rut [H7327] (haar naam wordt ook wel eens geschreven als: רעוּת - R‘ut; of met transliteratie van de tav als th: Ruth). De gangbare betekenis die aan haar naam is gekoppeld is die van het woord רעוּת re‘ut - metgezellin, vriendin, buur­vrouw; verband houdend met het werkwoord ra‘ah - weiden.
De oude vorm van haar naam is: raisu: gezicht van opzij wawu: tentharing, pin tav: kruis-teken; dat is: Gods verbonds-teken (het kruis!). Zeer opvallend, vooral gezien dat zij een vrouw was die niet tot Isra’el behoorde!

אֶסתֵּר - ’Estēr / הֲדַסָּה - Hadassāh

Een zeer opmerkelijke vrouw is ook אֶסתֵּר - ’Estēr [H635]. Normaliter wordt deze naam geacht van Perzische oorsprong te zijn en wordt er de betekenis ‘ster’ aan gegeven.
Ook hier is echter de oude schrijfwijze1 van haar naam weer heel verhelderend: ’alp: ossekop sin/samekh: palmboom; Boom des Levens tav: kruis-teken raisu: gezicht van opzij. Dit is te interpreteren als: de prominente met een levens-teken van God, of als: het prominente levens-teken van God. Dat is wel heel erg treffend voor haar roeping en levensbeschrijving! Door haar moedige ingrijpen, als een soort hoogge­plaatste vertegenwoordigster van God en bijgestaan door Mordekhai en het gebed van velen, werd het leven van heel het Joodse volk behouden.
Iets dergelijks zat al -profetisch- in haar oorspronkelijke naam: הֲדַסָּה - Hadassāh [H1919]. In de oude schrijfwijze: ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën dalt: deur, ingang sin/samekh: palmboom; Boom des Levens ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën - verheuging in de toegang tot het door­gaande leven in aanbidding.

Hallelu JaH !


Noten

1 Veel achtergronden en uitleg over het hier bedoelde vroeg-Bijbelse schrift in: André H. Roosma, ‘De geschreven taal van Abraham, Mozes en David – Pictografische wortels en basis­noties in de structuur van het vroeg-Bijbelse schrift.pdf document, Hallelu-JaH! werkdocument, januari 2011.
2 Of: ze zou van haar nageslacht (nun: ontkiemend zaadje; nakomeling) afstand doen; hem van zichzelf afscheiden (chet: tent-paneel/wand, vlees) om hem helemaal te wijden aan aanbidding en de dienst van aanbid­ding (ah: figuur met geheven handen en gebogen knieën).
3 Wat de eerste Mirjām betreft, kan men ook lezen: (mu: water, overvloed) bij het water (’alp: ossekop (oer-os) - de prominen­te) (raisu: gezicht van opzij) God (jad: arm met open hand, zijtak) gaf (’alp: ossekop mu: water, overvloed) een moeder

Reacties

naam: *
e-mail: * (wordt niet openbaar gemaakt)
website: (optioneel)
reactie:
Ik wil graag dat mijn reactie hier wel / niet opgenomen wordt.
* = verplicht veld


Vorige artikelen in deze serie ‘Namen in de Bijbel’: ‘(1) - Inleiding’ en ‘(2) - Enkele belangrijke vrouwen’.

Volgende artikelen in deze serie ‘Namen in de Bijbel’:
(4) Nog enkele opmerkelijke vrouwen: תָּמָר, רָחַב, בַּת־שֶׁבַע’;
(5) Namen die verwijzen naar de Godsnaam JaHU’;
(6) Enkele mannen: יַעֲקֹב, עֵשָׂו, לֵוִי, מָרדְּכַי’;
(7) Nog enkele mannen: נִמרוֹד, מוֹאָב, חַגַּי’;
(8) Een heel bijzondere man: יְהוּדָה - Jehudāh’;
(9) De נֹצְרִים - Notsrim / نَصارى - Natsārā’;
(10) De שֹֽׁמְרִים - Shomrim / Σαμαριται / Samaritanen’.

 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
bloemdecoratie 

Bedankt voor uw belangstelling!

bloemdecoratie