Hallelu-JaH - alle eer aan JaHUaH
  

Pesach (4)
De intocht van Jeshu‘ah in Jerushalaïm

André H. Roosma
27 maart 2013

1 En toen zij Jerushalaïm naderden en in Bethfagé [‘Huis van verse vijgen’] gekomen waren, bij de Olijfberg, zond Jeshu‘ah twee discipelen uit en zei tot hen: 2 Ga het dorp in dat voor je ligt, en jullie zullen meteen een ezelin vinden die vastgebonden is, en een veulen bij haar; maak ze los en breng ze bij Mij. 3 En als iemand jullie iets erover mocht zeggen, zeg dan: de Here [of JaHUaH] heeft ze nodig, en hij zal ze meteen sturen. 4 Dit alles is ge­beurd opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet, toen hij zei: 5 Zeg tegen de dochter van Sion: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoe­dig en gezeten op een ezelin, en een veulen; het jong van een lastdier. 6 En de discipelen gingen heen en deden zoals Jeshu‘a hun bevolen had; 7 zij brachten de ezelin en het veulen, en zij legden hun kleren erop en lieten Hem erop zitten. 8 En het merendeel van de menigte spreidde hun kleren uit op de weg, anderen hakten takken van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9 De menigte die vooropliep en die volgde, riep: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van JaHUaH! Hosanna, in de hoogste hemelen! 10 Toen Hij Jerusha­laim binnenkwam, raakte heel de stad in opschud­ding en men zei: Wie is Dit? 11 De menigte zei: Dat is Jeshu‘a, de Profeet uit Nazareth in Galilea.

Mattit-jahu (Mattheus) 21: 1-11;
zie ook Jahu-chanan (Johannes) 12: 12-19 en Lukas 19: 28-44.

Aldus doet Mattit-jahu (Mattheus) verslag van hoe Jeshu‘ah (Jezus) Jerushalaim bin­nenkwam.1 En hoe dat ging was zeer opmerkelijk, zoals ik hieronder graag met u wil delen.

Het begint ermee, dat de dag waarop Hij Jerushalaïm binnenkwam opmerkelijk is. Uit het Evangelie van Jahu-chanan (Johannes) leren we dat dat vijf dagen voor het Pesach feest, het Israëlische Paasfeest (zie Exodus 12: 1-30), was.2 Dat feest begon op de avond dat de 15de dag van de maand Nisan begon (Numeri 28: 17). De middag ervoor, op 14 Nisan, werden de Pesach lammeren geslacht, om dus die avond en de volgen­de dag gegeten te wor­den. Op diezelfde dag als waarop de lammeren werden geslacht, de 14de Nisan, werd Jeshu‘ah veroor­deeld en als lam aan het kruis gehan­gen. Vier dagen daarvoor, dus op 10 Nisan kwam Hij dus Jerushalaïm binnen. Dat was dus op dezelfde dag als waarop die Pesach lammeren – vier dagen voor die slachting – Jerushalaim binnen werden gebracht (Exodus 12: 3-5). In die vier da­gen werden ze uitvoerig geïnspecteerd – of ze wel helemaal gaaf en zonder gebre­ken waren en dus geschikt als offerlam. Net zo werd Jeshu‘ah in deze vier dagen uitge­breid onder­zocht en ondervraagd: door de geeste­lijke leiders, door het volk, en door de wereld­se leiders. En ja, Hij was helemaal gaaf om Het Grote Offerlam te zijn en het ultieme Pesach offer te zijn, tot verzoening van onze zonden en om ons nieuw leven te kunnen geven.

Maar er is meer. Mattit-jahu refereerde in vers 4 en 5 al aan een profetie. Hij doelde daarbij waarschijnlijk op de volgende woorden, uitgesproken en opgeschre­ven door de profeet Zakhar-jahu (Zacharia):

9 Verheug u zeer, u dochter van Tsion! juich, u dochter van Jerushalaïm! Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong van de ezelinnen.

Zakhar-jahu (Zacharia) 9: 9

Zoals we zien, sprak Zakhar-jahu er al van dat er een Heiland zou komen, als mens arm en rijdend op een ezel (daar toen een vervoermiddel voor de minder welgestelden). En toch zou Hij Koning zijn; DE Grote Koning!

Dit was reden voor grote vreugde! En ook voor eerbetoon. Mensen spreidden hun kleren op de grond en ook boomtakken. Nu heb ik bij dat laatste als Nederlander geen prettig beeld. Takken op de weg zijn lastig. Maar dan moeten we even terug naar de situatie van tweeduizend jaar geleden in Israël. Wegen waren stoffig, vol kuilen en gaten, vol stenen waar je je voeten aan kon bezeren en vol uitwerpse­len van dieren waar je vies van werd. En aan de andere kant: de meest voorkomende bomen waren palm­bomen. Palmtakken zijn plat en haken door hun structuur ge­makkelijk in elkaar zodat bijna een grof geweven tapijt ontstaat, waarover je net zo gemakkelijk en schoon loopt als over een mooi geschoren grasmat. Dit gebruik van het ‘bekle­den’ van een weg met palmtakken, werd vooral ook gedaan als eer­betoon. Ook werd wel met palmtakken naar een koning of hoog persoon gezwaaid als eerbetoon en om hem wat koelte te bezorgen in de hitte.3

Eerder behandelde ik al Psalm 118 die door de Israëlieten rond Pesach veel werd gezongen. Daarin vinden we de volgende woorden:

25 ’Ana’ JaHUaH hoshi‘ah na [Och JaHUaH, geef nu heil];
’ana’ JaHUaH hatzlichah na [och JaHUaH, geef nu voorspoed].
26 Gezegend zij Hij, die daar komt in de Naam van JaHUaH!
Wij zegenen u uit het huis van JaHUaH.

Psalm 118: 25-26

Jeshu‘ah kwam in de Naam van JaHUaH! Vanwege de overduidelijke link met deze tekst vertaalde ik het Griekse woord Kurios uit Mattit-jahu 21:9 met Gods grote Eigennaam JaHUaH.4 Ook in Jahu-chanan (Johannes) 5: 43; 10: 25 lezen we dat Jeshu‘ah Zelf zegt dat Hij kwam in de Naam van God de Vader – in en met Zijn volle instemming en gezag!

Uit de hele context begrijpen we nu ook de grootschalige aanwezigheid van geldwis­selaars in en rond de tempel, die Jeshu‘ah uit de tempel jaagt, direct na Zijn binnen­komst in de stad (Mattit-jahu 21:12; Lukas 19: 45), en waarom Hij dat juist nú doet. Alle Jehudim (Joden) en Israëlieten die voor het Pesach feest naar Jerushalaïm kwa­men, wilden daar een lam en eventueel nog meer offerdieren kopen voor zichzelf en hun gezin. Het enige geld dat ze echter hadden was Romeins geld. Maar de heilig geachte Pesach lammeren (opmerkelijk detail: deze werden gefokt in de grasrijke velden rond Beith-lechem - de plaats waar ook Jeshu‘a geboren werd!) mochten niet met ‘vuil’ geld van de Romeinse bezetters worden gekocht. Van dit probleem werd door bepaalde mensen geprofi­teerd. Deze praktijk was echter zeer stuitend in het licht van dat deze Pesach lammeren een heenwij­zing waren naar Het Grote Pesach lam: Jeshu‘ah. De verzoe­ning die God in Hem in genade aanbiedt, is niet iets om jezelf mee te verrijken, en die onheilige handel hoorde zeker niet in de tempel thuis!

Als ik deze gegevens zo een een rijtje zet, laat deze korte Bijbel-passage, en het verband waarin deze staat, veel moois zien van het fascinerende totaalplaatje van het Evangelie, en alle verbanden met wat het Eerste Testament al aangaf over Jeshu‘ah en Zijn onvoor­stelbare offer op Golgotha. Ik raak onder de indruk van hoe mooi alles in elkaar past. En vooral raak ik onder de indruk van deze grote en toch zo zachtmoedige Koning en Redder naar Wie het hele Eerste Testament zo duide­lijk heenwijst! Komt, laat ons Hem aanbidden!

Hallelu JaH !


Noten

1 Veel Hebreeuwse namen in de Bijbel eindigden op -jahu (-יהו). Ze verwezen daarmee naar de glorierijke Naam van de God van de Bijbel: יהוה - JaHUaH. (Dit geldt ook voor de naam van de huidige premier van Israël, נתניהו - Netan-jahu, meestal in de Engelse notatie geschreven: Netanyahu - die betekent: gave van JaHUaH.) In veel vertalingen zijn deze namen verminkt geraakt – de kostelijke Naam van de Allerhoogste is zelfs vervan­gen door de titel HEER of iets dergelijks – en daardoor is dit mooie verband ver­loren gegaan. Ik kies er hier voor om die glorierijke Naam van God – zo nauwkeu­rig mogelijk – te presenteren vanuit het oudste Hebreeuwse origineel, evenals de overige namen. Voor meer achter­grond hierover, zie: André H. Roosma, ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal.pdf document, uitgebreide Accede!/ Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.), juli 2009.
2 Dit is af te leiden uit Jahu-chanan (Johannes) 12: 1, 12.
3 Zie ook de artikelen-reeks over De Palmboom in de Bijbel: (1) Symbool van de boom des levens, (2) Vol rijke symboliek, (3) Teken van Gods tegenwoordigheid en spreken, etc.
4 Kurios is het Griekse woord waarmee in de Septuagint – de Griekse vertaling van het Eerste Testament – het Hebreeuwse woord ’Adonai - Mijn Heer/Meester, én de glorierijke Naam van God - JaHUaH werd ‘vertaald’. Wanneer in het Nieuwe Testament Kurios ondubbelzinnig gebruikt wordt voor God Zelf, is er dus veel voor te zeggen, ook hier terug te vertalen naar de glorierijke Naam van God - JaHUaH.

Reacties

naam: *
e-mail: * (wordt niet openbaar gemaakt)
website: (optioneel)
reactie:
Ik wil graag dat mijn reactie hier wel / niet opgenomen wordt.
* = verplicht veld


Eerdere artikelen over Pesach waren: (1) God scheidt de Zijnen af, bewaart hen tegen de dood, en trekt hen uit Egypte weg; (2) God opent de weg ten leven en: (3) Jeshu‘a vervult Pesach.

 
home  home ,  nieuws index  ,  artikelen index

  
bloemdecoratie 

Bedankt voor uw belangstelling!

bloemdecoratie