De veelzeggende Naam van God (7)De Lofzangen van Mariam en Channah
André H. Roosma 1 dec. 2014
De adventstijd is weer begonnen – een tijd waarin we met vreugde
stilstaan bij de eerste komst van Jezus (Jeshu‘a of voluit: JaHU-shu‘a) naar deze
wereld. Hoewel ik weet dat Hij vrijwel zeker tijdens de najaarsfeesten is
geboren en niet eind december, las ik nu toch Lukas 1 weer eens. De Bijbel
vertelt ons daar, dat de Engel Gabri’el tot Mariam (bij ons normaliter bekend als Maria1) gezonden werd,
en tot haar sprak over dat zij door de Helige Geest in verwachting zou raken
van Jeshu‘a - de Redder van Godswege. Het
verhaal vertelt dan dat zij kort daarna naar ’Elisabet reisde. Daar
aangekomen, wordt ’Elisabet vervuld met Gods Geest en profeteert
bemoedigend en bevestigend over Mariam. Dan barst Mariam uit in een loflied,
dat meestal ongeveer zó vertaald wordt:
46 En Mariam zei:
„Mijn ziel maakt groot de Heere;
47 en mijn geest verheugt zich in God, mijn
Redder;
48 omdat Hij heeft omgezien naar de nederige
staat van Zijn dienares. Want zie, van nu aan zullen alle geslachten mij zalig
spreken.
49 Want Hij, Die machtig is, heeft grote dingen aan
mij gedaan en heilig is Zijn Naam.
50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot
geslacht over degenen, die Hem vrezen.
51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn
arm; Hij heeft verstrooid hen, die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun
hart.
52 Hij heeft machtigen van de troon afgetrokken,
en nederigen heeft Hij verhoogd.
53 Hongerigen heeft Hij met goede dingen verzadigd;
en rijken heeft Hij met lege handen weggestuurd.
54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, omarmd,
en Hij was daarmee gedachtig aan de barmhartigheid;
55 (zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen,
namelijk tot Abraham, en zijn nageslacht) in eeuwigheid!...” Lukas 1
Het is opvallend, hoe Franz Delitzsch en Salkinson & Ginsburg het begin
van dit gedeelte terugzetten in het Hebreeuws (ik citeer
even Delitzsch’ versie):
46
וַתֹּאמֶר
מִרְיָם
רוֹמֲמָה
נַפְשִׁי
אֶת־יְהוָֹה
47
וַתָּגֶל
רוּחִי
בֵּאלֹהֵי
יִשְׁעִי׃
Dat is:
46 En Miriam zei:
„Mijn ziel maakt groot JaHUaH;
47 en mijn geest verheugt zich in God, mijn
Redder; ...”
Zoals we de vorige keer al zagen, werd het Griekse Kurios in de
Septuagint-vertaling van het Eerste Testament gebruikt voor zowel
’Adonai - Mijn Heer, als voor de heerlijke Naam van God:
JaHUaH. Dus wanneer we in de Griekse versie van het Nieuwe Testament
Kurios tegenkomen, moeten we ons afvragen welk woord in het Hebreeuwse
of Aramese denken van de auteur bedoeld was. En waarom denken Delitzsch
én Salkinson & Ginsburg dat Mariam hier in haar lofzang de
heerlijke Naam JaHUaH gebruikte, en niet de titel ’Adonai?
Een van de redenen is de gelijkenis van haar lofzang met die van Hanna (in de Hebreeuwse grondtekst heette ze Channah):
1 Toen bad Channah
en zei: „Mijn hart springt op van vreugde in JaHUaH, mijn hoorn
is opgeheven in JaHUaH; mijn mond is wijd open tegen mijn vijanden,
want ik verheug mij in Uw redding [in Jeshu‘a-tekha]. ...”
1 Shemu’el 2: 1
U ziet de gelijkenis. In het eerste deel prijzen deze vrouwen JaHUaH,
verderop refereren ze beiden naar de redding die Hij gaf. En het woord dat
in Lukas 1: 47 vertaald is met Redder (andere vertalingen
hebben wel: Zaligmaker) is in de Hebreeuwse versie
afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord jasha‘ - redden,
verlossen; net als de redding waarover Channah zong. In de basis hiervan
zit het element van te hulp komen. Beide vrouwen hadden met
vreugde ervaren dat God hen in hun lage staat te hulp was gekomen. De stam
van dit werkwoord jasha‘ ligt ook aan de basis van de
originele Hebreeuwse Naam van Jezus: JaHU-shu‘a. Wat Mariam en
Channah zongen, verwees dus ook in die zin weer naar Jezus!
Hallelu JaH !
Noten
1 |
De namen in de Bijbel hebben betekenis. Daarom
translitereer ik ze zorgvuldig, zodat ze herkenbaar blijven. Vooral de
glorierijke Naam van God geef ik hier zo goed mogelijk weer vanuit het oudste
Hebreeuwse origineel. Voor meer achtergrond informatie zie:- ‘De wonderbare en liefelijke Naam van de
God Die er was, Die er is, en Die er zijn zal’
, uitgebreide Accede!/Hallelu-JaH! studie (ca. 90 p.),
juli 2009. - ‘„IK BEN met u!” – Leven
vanuit de belofte van Gods heerlijke Naam’
, Accede! /
Immanuel levensstijl web-artikel, nov. 2010.
- ‘Leven, veiligheid en verbondenheid in blijde aanbidding, uit de hand van
God’,
Hallelu-JaH! webartikel, januari 2011.
Meer op de artikelen-pagina.
Voor wat betreft de gebruikte transliteraties en uitspraak van deze en
andere namen zie ook: ‘Namen in de Bijbel
(1) – Inleiding’, kort Hallelu-JaH! artikel, 2014-07-18; en de rest van die artikelen-serie.
De naam Mariam is trouwens heel bijzonder. Zoals ik eerder aangaf, kun je haar naam in het
oude Semitische schrift lezen als: de overvloed van God gaf een moeder. |
Vorige artikelen in deze serie ‘De veelzeggende Naam van God’: ‘(1) Zijn Aanwezigheid in de door Salomo gebouwde tempel’; ‘(2) Om overal bekend te maken, en niet te verzwijgen!’; ‘(3) De namen van mensen die verwezen naar de grote Naam’; ‘(4) Gods glorierijke Naam יהוה - JaHUaH
aanroepen; waar staat dat in de Bijbel?’; ‘(5) De betekenis van Gods glorierijke
Naam יהוה - JaHUaH’; ‘(6) Behoudenis in het aanroepen van de
Naam’.
Andere recent verschenen artikelen: ‘Psalm 42 - De betekenis van de Feesten voor wanneer je neerslachtig
bent’; ‘Psalm 43 - We hebben God nodig, Zijn licht en
waarheid, en Zijn verzoening!’ ‘Psalm 34 - een loflied aan JaHUaH !’.
|