Het huwelijksverbond in de Bijbel
(8) - Jezus komt juist in onze nacht
André H. Roosma 28 december 2012
Op Kerstavond sprak onze nieuwe voorganger over de nacht. In zijn
preek noemde hij dat Jezus kwam in de nacht, dat het volk Israël in de
nacht uit Egypte werd geleid, en dat zelfs de schepping van de wereld in
nachtelijk duister begon. Toen ik dat hoorde, dacht ik: ja, dat is precies waar ik hier ook de aandacht
nog op wilde vestigen. Heel vaak rennen we dan gelijk dóór naar
het feit dat Jezus Het Licht is, dat Hij licht kwam brengen in onze
duisternis. Dat deed ik vorig jaar in feite
ook. En het klopt ook. Jezus is Het Licht en Hij kwam licht brengen in
onze duisternis. Maar er is meer. En dat meerdere zegt ook iets over wat
voor soort Bruidegom Hij is. En wat voor Bruidsgemeente wij mogen zijn. Dus
daarom ga ook ik hier even wat dieper op dit aspect in.
Ik moet denken aan Jezus’ zaligsprekingen (Mattheus 5: 1-12).
Op een andere website schreef ik daar al eens eerder wat uitgebreider over.
In feite gaan alle zaligsprekingen van Jezus over onze nacht. Daarom
zijn ze ook zo opvallend, zo onverwacht, zo verwondering-wekkend. Temidden
van een Griekse cultuur (ja, ook in Israël in die
dagen!) die het verstand en het goed kunnen redeneren tot het
hoogste goed verheven had, prijst Jezus juist diegenen gelukkig, die
‘arm van geest’ zijn; de oorspronkelijk gebruikte woorden
geven zoiets weer als: een bedelaar zijn. In een cultuur waarin vreugde
belangrijk was, prijst Jezus gelukkig degenen die treuren. En zo kan ik
doorgaan... Jezus begint bij de nacht. Net als het etmaal in het Bijbelse denken begint
na zonsondergang, dus bij de nacht.1 Onze vorganger zei het maandagavond in zijn prediking: „De nacht is een heel belangrijk element in het werk van
de HERE God, en als we dat niet zien, dan missen
we iets van de diepte van het Evangelie! Omdat ook wij, zoals we hier zitten,
worden geconfronteerd met de nacht – onze eigen nacht, de duisternis
in ons leven, de problemen, ons verdriet van het afgelopen jaar. ... De
duisternis is een heel bijzonder element in ons leven. En daar mogen we niet
bij vandaan gaan, want als we dat wél doen, dan hollen we onszelf
voorbij. En als we dat blijven doen, dan hebben we niets begrepen van Kerst.
Dat de Here Jezus in de nacht is geboren, en dat het volk Israël
in de nacht werd uitgeleid...”
Ik moet hierbij ook denken aan de nacht waarin de aartsvader Jakob zijn
eerste persoonlijke ontmoeting had met God JaHUaH, De Aanwezige, bij de plek die hij toen Beth-’El -
Huis van God, noemde, en de nacht waarin hij op de terugreis worstelde
met God, en God zijn naam veranderde in Isra-’El - strijder Gods.
Beide ervaringen waren keerpunten en bepaalden in hoge mate zijn koers in
de rest van zijn leven.
De nacht, de duisternis, is een realiteit waar we niet voor weg hoeven te
lopen. Ook wij mogen daarom stilstaan bij de nacht, bij de duisternis, en
God vragen wat Hij ons juist dáár wil leren. God is bezig,
juist in de nacht. Nogmaals: we hoeven er niet voor weg te rennen. We mogen
ook vragen en verwachten dat Hij juist in onze nacht binnenkomt, ons
daar ontmoet. Dat was ook hoe deze artikelen-serie over het huwelijk als
afbeelding van de relatie van God met Zijn verbondsvolk ontstond. Zoals veel
van de artikelen die ik in de loop der jaren hier en elders geschreven heb.
Ze ontstonden in mijn nacht of in de nacht van anderen waar ik pastoraal of
gewoon als broeder iets van mee-beleefd had. Nu was de aanleiding mijn
eigen gemis aan een maatje, een levenspartner. En een worsteling met
afwijzing door enkele ‘belangrijke mensen’.
Toen ik een maand geleden op een avond wat over die ‘nacht’
met God deelde, was het of ik door mijn eigen ‘nacht’ en verdriet
iets zag van het verdriet van God over Zijn Bruid, die zo weinig bezig is
met Hem, en met de voorbereiding op het tweede deel van de
huwelijkssluiting, waarover ik in Deel (4) spak. In plaats van zich te verheugen over de grote dag van de Bruiloft die
aanstaande is, is ze met allerlei dingetjes van deze dag bezig. In plaats
van uit te zien naar de heerlijke, volle vereniging met de Bruidegom die
haar in haar nacht opzocht en vrijkocht, houdt ze zich bezig met oude
vriendjes van welvaart en materieel succes die haar zo weinig blijvends te
bieden hebben. In plaats van zich in verwondering over te geven aan haar
Geliefde Die Zijn leven voor haar gaf, is ze met zichzelf in discussie over
details. Ze vraagt God niet hoe Hij haar nacht wil gebruiken om haar te
vormen, om een waardige Bruid te worden voor die Bruidegom die Zelf de nacht
van het meest afgrijselijke lijden niet schuwde, maar er dwars doorheen ging,
naar de opstanding in een nieuw Leven, naar de grote Verzoening, naar de
vrijheid voor Zijn Bruid... Nee, ze slaapt liever, of is bezig met het hier
en nu zo comfortabel mogelijk te hebben, naar haar -beperkte- inzicht. Alsof
het hier en nu allemaal goed ‘voor mekaar’ te hebben het hoogste
goed is, bouwt ze liever aan een kaartenhuis, dan aan haar eeuwige
vreugde... Of ze trekt zich bang en angstig terug, en lijkt vergeten te zijn dat haar
grote Bruidegom ook uit de donkerste nacht iets moois kan maken...
Als ik zwak ben, ben ik machtig... De apostel Paulus, in zijn tweede brief aan de
gemeente in Korinthe (12: 10).
De apostel Paulus kon dit zeggen, omdat hij wist, dat waar onze kracht
ophoudt, waar we toegeven dat wij zwak zijn in onszelf, Gods mogelijkheden
beginnen. Heel vaak is het zo dat we juist in onze ‘nacht’; in
‘het dal van diepe duisternis’ (zie Psalm 23) open
staan voor de leiding van de Goede Herder.
Daarom kon diezelfde Paulus zelfs lofzingen, ja zelfs in de donkerste
nacht, de voeten in een blok en de rug tot hevig bloedens toe gegeseld...
(Handelingen 16: 22-40). En ja, ook daar ervoer
hij dat Immanuel er was, en Zich niet onbetuigd liet. Het verhaal eindigde
erin dat mensen – zelfs hoge Romeinse officials – onder de indruk
raakten en zich tot God keerden, en vele lokale, jonge christenen enorm
bemoedigd werden.
Is deze Bruidegom Jezus, Die
ook in de donkerste nacht zó mét ons is,
geen reden om uit te zien naar, en ons voor te
bereiden op die nacht waarin de bazuin zal klinken en Hij
terugkomt om Zijn Bruid te halen?!
Hallelu JaH !
Voetnoot
1 |
Het viel me op, dat in de Bijbel er heel veel ’s
nachts gebeurt. Naast de in de hoofdtekst genoemde voorbeelden, zie ik
enkel in het boek Handelingen al zo’n 15 voorbeelden: 5: 19; 9: 25; 12: 6-7; 16: 9, 25, 33; 17: 10; 18: 9; 20: 7-12, 31; 23: 11, 23, 31; 27: 23, 27. |
Hiervoor gepubliceerde artikelen in deze serie Het huwelijksverbond in de Bijbel zijn: (1) – Het begin (1 dec. 2012); (2) – Afbeelding van de relatie tussen
God en Zijn volk (5 dec. 2012); (3) – Hoe God Zijn Bruid voor Zich
wint (10 dec. 2012); (4) – De oude Bijbelse huwelijkssluiting
in twee stappen (13 dec. 2012); (5) – Gods verbondssluiting met
Israël (15 dec. 2012); (6) – Het nieuwe verbond als
hartsrelatie (18 dec. 2012); (7) – Jozef en Maria (23 dec. 2012).
De volgende artikelen in deze serie zijn: (9) – Het Sinaï-Verbond als schets
van het Verbond in Christus (3 jan. 2013); (10) – Gods intense liefde voor Zijn
Bruid, en haar reactie van ontrouw
(7 jan. 2013); (11) – Gods doel met de mens
(19 jan. 2013); (12) – een tweetal Bijbelgedeelten in
perspectief (3 feb. 2013).
|