Het huwelijksverbond in de Bijbel (4) -
de oude Bijbelse huwelijkssluiting in twee stappen
André H. Roosma 13 december 2012
Na een eerste artikeltje over de
instelling van het huwelijk in de eerste hoofdstukken van de Bijbel, hier
iets over de manier waarop in oude Bijbelse tijden een huwelijk tot stand
kwam. Dat was in twee stappen of fasen. De eerste heet in het Hebreeuws wel
’e(i)rusin1 – meestal
geïnterpreteerd als: je woord geven; het huwelijk werd daarmee
beklonken (de gebruikelijke vertaling
‘ondertrouw’ of ‘verloving’ dekt dit dus niet
helemaal; ook de term qiddushin - ‘toewijding’ of
‘zich apart zetten voor’ wordt wel gebruikt), dit is de
stap van het verwerven c.q. het tot elkaar komen, en van het
huwelijkscontract. De tweede stap heet nissu’in
(waarschijnlijk zoiets als: opnemen2); dan
wordt er feest gevierd en mogen bruidegom en bruid ten volle van hun eenheid
gaan genieten.
Illustratief is de totstandkoming van de huwelijken van de aartsvaders
Izaäk (ook: Izak; eigenlijk: Jitschaq) en
Jakob (beter te schrijven als: Ja‘aqobh), die
we vinden in Genesis 24 en 29.
U kunt het beste die twee hoofdstukken nu eerst even lezen alvorens hier
verder te gaan.
Het oude patroon voor de huwelijkssluiting herkennen we – met enkele
variaties – in deze verhalen. Dit patroon verliep als volgt. Als een
vader vond dat zijn zoon aan een huwelijk toe was, werd dat tussen vader en
zoon besproken. Ook werd God gevraagd om leiding bij het vinden van de juiste
vrouw. Vader en zoon gingen dan samen op pad (hier zijn
variaties op: in het verhaal van Abraham en Jitschaq stuurt Abraham zijn
voornaamste dienaar erop uit – omdat hij wil voorkomen dat
Jitschaq iets overkomt op de reis of in het land van herkomst blijft –,
in het verhaal van Jitschaq en Jaqobh gaat Jaqobh alleen omdat hij
tegelijkertijd moet vluchten omdat hij zijn broer bedrogen heeft en deze
hem naar het leven staat; in beide gevallen waren de vaders zelf al
te oud om nog mee te gaan). Zodra de geschikte vrouw gevonden was, boden vader en zoon aan haar
én aan haar vader rijkdommen aan (mohar
[H4119] is de Hebreeuwse term
hiervoor). De rijkdommen die aan de vrouw in kwestie werden
aangeboden waren een soort onderpand en zekerheid dat de man
financieel goed voor haar zou kunnen zorgen.3 De rijkdommen
die aan haar vader werden aangeboden waren een soort pensioenvoorziening.
Doordat de vrouw naar haar man en zijn familie zou verhuizen, misten
haar ouders later haar zorg in hun oude dag.
In plaats van die zorg, hadden ze dan een schat waarmee ze een ander voor die
zorg konden inhuren. Gingen de vrouw én haar vader akkoord, dan was in
principe het huwelijk daarmee beklonken. Er werd dan uitgebreid samen
gegeten en wijn gedronken om deze stap te bezegelen. De bruidegom en zijn vader vertrokken dan weer naar huis. De bruid droeg
vanaf dat moment een sluier om aan te geven dat ze ‘bezet’ was.
Ze hoefde niet meer aantrekkelijk te zijn voor andere mannen.
Dan begon voor bruidegom en bruid een belangrijke periode van
voorbereiding. Voor de bruidegom betekende dit dat hij een huis ging bouwen
of anderszins een plek gereed maakte waar hij met een eigen gezin kon wonen
en werken. Voor de bruid en haar familie is dit een tijd van voorbereiding
op het huwelijksfeest, dat bij hen aan huis plaats gaat vinden.
De - stralend witte - bruidsjurk is daarin natuurlijk belangrijk.
En ook de voorbereiding van de bruid op haar nieuwe leven als echtgenote
en mogelijk als moeder van een - liefst groot - gezin.
Zodra beiden daarmee gereed waren – en hier konden jaren overheen
gaan – kwam de bruidegom terug om het bruiloftsfeest te vieren en
zijn bruid te halen. Dán begon ook de tijd van de volle eenheid van
bruid en bruidegom die een aanvang nam in de eerste huwelijksnacht samen.
Gebruikelijk kwam de bruidegom onverwacht op een avond, als het al
donker was. Voor hem uit blies een heraut op een ramshoorn.
Vriendinnen van de bruid zorgden dan voor verlichting langs de weg, zodat de
bruidegom de bruid goed kon vinden. Deze vriendinnen moesten
dan wel zorgen dat ze altijd een lamp met voldoende olie klaar hadden staan;
als het signaal klonk dat de bruidegom in aantocht was, was er geen tijd meer
om nog olie te gaan kopen (pas de volgende dag zouden er
winkels open zijn; vergelijk Mattheus 25: 1-13).
O ja, dat vergat ik bijna, voorafgaand aan de bruiloft nam de bruid nog
een miqvah - een ritueel bad. Dat symboliseerde het achterlaten van
haar oorspronkelijke familie en het met een schone lei (‘rein’) op weg gaan met haar bruidegom.4
Precies het bovenstaande patroon zien we bij Jeshu‘ah (Jezus). Eerst kwam Hij als aanstaande Bruidegom naar deze
wereld (Markus 2: 19 / Lukas 5: 33-35; Johannes 3: 29).
Hij kwam om Zijn bruid vrij te kopen van de beheerser van deze wereld die
claimde haar als slaaf te bezitten door de zonde.
Hij betaalde de losprijs met Zijn eigen leven.
Hij gaf haar ook terug aan haar rechtmatige Vader, JaHUaH Zelf, de Almachtige God en Schepper vol van liefde en
genade. We stonden daar in de vorige
aflevering bij stil. Ook gaf Hij aan Zijn aanstaande Bruid een
onderpand en voorsmaak van de volle eenheid met Hem die haar wacht: de
Heilige Geest inwonend in elk kind van God (2 Korinthiërs 1: 21-22; 2 Korinthiërs 5: 4-5; Efeziërs 1: 13-14; Romeinen 8: 23).
Deze Geest wil haar ook helpen, zich voor te bereiden op de Grote
Bruiloft.
Intussen is Jeshu‘ah als Bruidegom bezig
om een huis voor te bereiden voor Hem en Zijn Bruid (Johannes 14: 1-4). In onze tijd zien we veel tekenen dat Hij vrijwel klaar is om Zijn Bruid te
komen halen en het grote Huwelijksfeest te vieren.
Reden voor ons als Bruid, om ons ook serieus bezig te houden met ónze
voorbereiding op dat bijzonder vreugdevolle weerzien! Eenmaal zullen wij dan het geschal van de ramshoorn horen, die de
terugkomende Bruidegom aankondigt, en opgehaald worden.
Wat een heerlijke toekomst (Mattheus 24: 30-32; 1 Thessalonicenzen 4: 16-17)! En wat dat rituele bad van de bruid betreft: miqvah is ook het woord
voor de doop (door onderdompeling, wel te
verstaan).
Opvallend is dat Hebreeuwse woord nissu’in voor het tweede
deel van de huwelijksvoltrekking. Zoals gezegd betekent het: opnemen. Wanneer voor de Bruid van Christus dit deel aan
zal breken, zal Hij Haar opnemen van deze aarde.
We spreken wel van de Opname van de Bruid.
Héél letterlijk kunnen we nissu’in interpreteren
als iets dat voortkomt uit het opgenomen worden...
Ook wij – het wereldwijde Volk van Jeshu‘ah – moeten er dus ernst mee maken om ons als Bruid voor te
bereiden op dat moment waarop Hij terugkomt om ons op te halen, en op die
Grote Bruiloft. Het eerste deel van de Bruiloft heeft al plaats gehad; de
Bruidegom heeft Zijn Woord gegeven en Zijn cadeaus overhandigd. We hebben het
onderpand ontvangen dat Hij terugkomt om ons te halen. We hebben er
‘ja’ op gezegd. Wat weerhoudt ons er dan nog van om onszelf goed
voor te bereiden op Zijn terugkomst? (Markus 2: 20; 2 Korinthiërs 11: 2; Openbaringen 19: 6-9; Openbaringen 21: 1-3).
En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote
menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware
donderslagen: Hallelu- JaH, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden. Laten wij blij
zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de Bruiloft van het
Lam is gekomen en Zijn Vrouw heeft zich gereedgemaakt. En het is haar gegeven
zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen
zijn de rechtvaardige daden van de heiligen. En hij zei tegen mij: Schrijf:
Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de Bruiloft van het
Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van
God. Openbaringen 19: 6-9
Hallelu JaH !
Voetnoten
1 |
Het woord אירוסין - ’e(i)rusin komt van de stam ארשׂ [H781] - ’aras - de eerste fase van het huwelijk
aangaan. In de oudere Semitische symbolen:   , wat zich laat uitleggen
als: de prominente Ander (God) geeft nieuw leven / nageslacht (door het huwelijk kon er nageslacht komen en het leven
doorgaan; het is ook uit te leggen als: het leven van de ander op de eerste
plaats stellen, of: de prominente ander laten leven.) |
2 |
Het woord נישואין -
nissu’in is te relateren aan de stam נסה / נשׂא [H5375] -
nasah/nasa’ - opheffen, opnemen, dragen, verhogen;
en ook aan de stam נס [H5251] - nés - iets dat verheven is,
ook: een standaard of vlag; en aan נשׂוּאה [H5385] - nesu’ah - iets dat
(rond)gedragen wordt - het huwelijk als verheven staat; de bruid
kwam onder de banier/ het gezag/ de bescherming van de bruidegom en letterlijk
werd ze ook vaak opgetild en naar het huis van de bruidegom gedragen.
Het bevat echter ook connotaties van נסך [H5258] -
nasakh - uitgieten, schenken, zalven, installeren (God schonk
hier bruidegom en bruid aan elkaar en zij schonken zich helemaal aan elkaar,
dit was ook de volledige installatie van het huwelijk); van נשׂאת [H5379] - nissét - geschenk, erfdeel;
van נסח [H5255] - nasach - wegtrekken (de bruidegom trok de bruid weg
uit haar oude omgeving) en van נסה [H5254] -
nasah - testen, bewijzen - bij deze fase bleek of beide partners
zich aan hun beloften gehouden hadden (zoals de Engelsen zeggen: the
proof of the pudding is in the eating). Op Internet kwam ik nog een uitgebreide rabbijnse discussie over dit begrip tegen. |
3 |
Onze verlovings- en huwelijksringen (liefst van zuiver
goud) zijn hiervan een soort overblijfsel. |
4 |
Dit woord מִקוָה - miqvah [H4724] (of מִקוֵה - miqveh [H4723]) is opvallend. In de Bijbel staat het voor een
groot bad of basin, maar ook voor hoop, of iets waarop gewacht is –
zeer toepaselijk in deze context, dus. Maar er is meer. Het klinkt vrijwel
gelijk aan het woord מִכוָה - mikvah [H4348] - een brandmerk.
Het miqvah had zodoende bewust of onbewust de connotatie van
‘iemand (gaan) toebehoren’. |
Enkele recent hiervoor gepubliceerde artikelen in deze
serie: Het huwelijksverbond in de Bijbel (1) – Het begin (1 dec. 2012); (2) – Afbeelding van de relatie tussen
God en Zijn volk (5 dec. 2012); (3) – Hoe God Zijn Bruid voor Zich
wint (10 dec. 2012);
- Aah!, of: Whow! – je verwonderen en verheugen als essentiële
vaardigheid.
De volgende artikelen, in deze serie Het huwelijksverbond in de Bijbel, zijn: (5) – Gods verbondssluiting met
Israël (15 dec. 2012); (6) – Het nieuwe verbond als
hartsrelatie (18 dec. 2012); (7) – Jozef en Maria
(23 dec. 2012); (8) – Jezus komt juist in onze nacht
(28 dec. 2012); (9) – Het Sinaï-Verbond als schets
van het Verbond in Christus (3 jan. 2013); (10) – Gods intense liefde voor Zijn
Bruid, en haar reactie van ontrouw
(7 jan. 2013); (11) – Gods doel met de mens
(19 jan. 2013); (12) – een tweetal Bijbelgedeelten in
perspectief (3 feb. 2013).
|